Killzone

De langverwachte FPS game van Nederlandse bodem is nu dan eindelijk ook echt in de winkels te vinden. Dat Killzone de meeste gamers meer zou aanspreken als de gemiddelde Davilex game moge duidelijk zijn, maar in hoeverre gaat dat op?

Het begon allemaal met de grote woorden ‘Dit wordt dé Halo killer!”, iets wat de meeste van ons waarschijnlijk nog wel zal bijstaan in het geheugen. Jammer genoeg worden dit soort dingen veel te vaak geroepen, wanneer er zelfs maar drie screenshots van uit zijn en het nog niet eens op het zelfde platform uitkomt ook, dus waarom de vergelijking in de eerste plaats? Maar goed, what’s done is done en ik kan je alleen maar vertellen dat het totaal niet te vergelijken is met Halo. Iets wat uiteraard niet meteen iets slechts hoeft te zijn, hoewel het op sommige punten toch wel beter geweest zou zijn als men ook echt Halo zou hebben geprobeerd te overtreffen.

Goed, maar waar gaat de game eigenlijk over? Het verhaal speelt zich af op de planeet Vekta, een koloniale outpost van Aarde. Wanneer hun belangrijkste verdedigingssysteem plotseling uitvalt, volgt er een wereldwijde invasie van de Helghast; Ooit ook een normale kolonie geweest, maar door de verschillende leefomstandigheden hebben zij zich steeds meer tegen de Aarde en de andere kolonies gericht. Na een al eerder verloren oorlog op Aarde zijn ze nu terug voor wraak, te beginnen met Vekta.

Zodra de eerste Helghast geland zijn kruip jij in de huid van Templar, de lokale kapitein op het slagveld. Hoewel het er in het filmpje allemaal redelijk heftig aan toe lijkt te gaan, zul je eerst beginnen met een mini tutorial om de basisknoppen onder controle te krijgen; schieten, herladen, bukken, rennen, etc. De besturing is even wennen, omdat je bijvoorbeeld niet kunt springen en alle akties allemaal wat meer tijd kosten als in de gemiddelde FPS game. Wanneer je gaat herladen zul je bijvoorbeeld een uitgebreide animatie zien hoe hij omlaag, naar zijn geweer kijkt, het magazijn eruit gooit en er weer in probeert te slaan en vervolgens weer omhoog kijkt. Dit klinkt misschien irritant voor de wat fellere FPS-gamers onder ons, maar één ding is zeker; Het brengt een hele goede sfeer met zich mee, omdat het allemaal wat menselijker over lijkt te komen.

 

Het spel is opgedeeld in episodes welke weer onderverdeeld zijn in verschillende levels. Deze variëren overigens vreselijk van grootte. De ene keer lijkt het alsof je op de pelgrimtocht bent terwijl je bij een ander level alleen maar een plein hoeft over te steken. De game maakt gebruik van een autosave-optie met gebruik van checkpoints. Nou heb ik al niet zo’n hoge pet op van checkpoints als ik terug kijk naar Halo en Far Cry, maar Killzone maakt het er verder ook niet beter op. Net als de grote variatie aan level-lengte, zijn ook de checkpoints redelijk apart verdeeld. Dit kan soms wel tot enige frustraties leiden, als je voor de zoveelste keer een lange gevechts-scéne overnieuw moet doen, omdat het checkpoint steeds maar op zich laat wachten.

Naast Templar krijg je later in de game te maken met andere personages die ook speelbaar zullen zijn. Zo krijg je de beschikking over een stealth girl, een rambo figuur en een spion. Hoewel de opzet erg interessant klinkt is het helaas wat somberder uitgevallen. Zo heb je wel een aantal routes die maar één bepaald personage kan volgen, maar als de rest van het team ondertussen via een andere route net zo makkelijk op dezelfde spot terrecht kan komen, vraag ik mij toch wel af waarom ik in hemelsnaam al die moeite doe, terwijl ik net zo goed bij de groep had kunnen blijven. De verschillen tussen de personages zijn ook maar klein; de ene heeft in tegenstelling tot de rest een mes, de ander een nachtkijker en de volgende loopt met een asosiaal groot en sterke machinegun. Verder zijn de opdrachten soms een beetje veranderd met betrekking tot de ‘alternatieve routes’ en worden er wat andere zinnetjes geroepen.

Hoewel ze je de optie geven om met een geluidsdemper en nightvision te spelen, komen ze helaas erg slecht tot hun recht. Dit door de simpele reden dat de AI gewoonweg bagger is. Ik heb veel respect voor het Nederlandse Guerrilla team wat deze game heeft afgeleverd, maar het is gewoon doodzonde als een game de afgrond inzakt, omdat de AI afgeraffeld lijkt. De vijand loopt vaak domweg op je af en wanneer ze een keer terug willen trekken lopen ze met hun kop tegen de muur en draaien soms niet eens meer om. Die paar keer dat ze slim lijken te zijn en de scéne gewoon cool is om te spelen, is er weer duidelijk sprake van een scripted scéne. Overigens gaat dit niet alleen op voor de vijand, je onsterfelijke teamgenoten zijn ook niet om over naar huis te schrijven. Terwijl jij heftig onder vuur ligt en op het punt staat om dood te gaan, zullen zij als een stel zandzakken naar jou staan kijken en als je geluk hebt schieten ze hier en daar wat kogels.

Denk je daarmee klaar te zijn, blijkt het dat ze ook nog eens van die leuke zinnetjes uitspreken tijdens het gevecht… Ieder twee verschillende, non-stop. Het is al meer dan wat de Heghast kan zeggen, maar toch, afwisseling wil ik het niet zo snel noemen.

Hoewel de voice-overs wat te kort schieten, draagt de game toch een hele filmische oorlogsfeer met zich meer, wat onder andere te danken is aan de uitgebreide herlaad- en aktie-animaties. Wat ook erg meespeelt is het level design. Men heeft er namelijk voor gekozen om scènes als het ware na te bouwen uit echte oorlogen. Zo zul je omgevingen tegenkomen uit onder andere WO1, WO2 en Vietnam. Hoewel de gameplay behoorlijk ‘recht toe recht aan’ is, zorgt de grote afwisseling in leveldesign er wel voor dat je de situatie steeds op een andere manier zult aanpakken.

Het geluid, op de eentonige opmerkingen na, is ook dik in orde, waar dan metname de muziek weer regelrecht uit een oorlogsfilm lijkt te komen. Het is dan ook jammer dat deze eigenlijk alleen in cut-scenes en op het einde van een level te horen is. De effecten zelf komen ook allemaal gepast over. Men heeft er goed aan gedaan om geen futuristische geluids-effecten te gebruiken, omdat het gewoonweg niet zou passen bij de omgevingen waar je door heen loopt.

Grafisch is de game dan wel niet zo super scherp, maar het ziet er toch best netjes uit voor een titel dat een realistische look wil hebben, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Red Faction 2 en Jak 3. Metname de effecten die te zien zijn, zoals het gebruik van mist, opvliegende modder en water zien er goed verzorgd uit. Een nadeel is dat de PS2 soms moeite heeft om het geheel bij te houden en de framerate zichtbaar daalt.

De multiplayer optie bevat de bekende modes (Team)Deathmatch, Domination, Assault en Defend and destroy. Ook is er Supply drop, waarbij je twee teams hebt met in het midden van het level een platform, waar allerlei pakketjes liggen. Deze moet je één voor één naar je basis brengen. De multiplayer kun je met twee spelers splitscreen doen, je kunt online en je hebt de mogelijkheid om bots mee te laten doen. Dat laatste is echter niet aan te raden, terugkomende op de tegenvallende AI. De levels zien er netjes en gebalanceerd uit. Online is helaas niet getest door het ontbreken van een Netwerk Adaptor en zal dan ook niet meegerekend worden in de eindscore.

Zoals je dus al zelf hebt kunnen lezen zal Killzone, zelfs al zou je het willen vergelijken, totaal niet in de buurt komen van Halo, maar dat boeit verder ook niet. Wat je namelijk wel hebt is een leuke shooter, met een filmische sfeer, mooie graphics, goed geluid en een redelijk aantal multiplayer opties. Alleen erg jammer dat dit alles gewoon erg omlaag wordt gehaald door de matige AI van vriend en vijand.